Bestellen? klik op de cover!
Flaptekst
De bandeloze topauteur, Marijn Mieriks, wie kent hem niet, neemt je mee op met zweet doordrenkte schrijfpaden, trekt je door hoogtes en laagtes, zet je aan tot goddelijke inspiratie en troost je op momenten van verlammende twijfel en doffe lusteloosheid.
In Marijns woorden: ’Doe er je voordeel mee, schat. Als er iémand is die jouw innerlijke schrijver kan bevrijden, ben jij het zelf. Ik geef de richting aan, of je ze volgt, is aan jou.’
Hostwriters is er trots op deze auteur onder contract te hebben. Niet de gemakkelijkste persoon om mee te werken, maar zeker wel de meest inspirerende, aldus Marc Kerkhofs en Mili van Veegh.
Marijn wil onder geen beding voor de camera, maar geeft de redactie toestemming om de illustraties die Gert-Jan van den Bemd maakte, te gebruiken in ‘Schandalig Schrijven’. ‘Die man kreeg mijn ziel te pakken,’ aldus Mieriks.
Fragment
In
het bos verdwalen
Je
kan het nog zo goed verdoezelen als je wil, altijd zullen je personages iets
meekrijgen van je eigen karakter in je manuscript. Dat lijkt de logica zelf; je
haalt immers inspiratie uit de dichtstbijzijnde bron en dat ben jijzelf. Je
kunt bijvoorbeeld sommige van je eigen karaktertrekken uitvergroten en deze
netjes verdelen onder een ploeg figuranten. Je hoofdpersoon krijgt hierbij
uiteraard meer body dan randfiguren, die eerder types zullen zijn dan
karakters. Ze fungeren als aangevers als het ware. Ook de tegenstrever of
antagonist zal dieper vormgegeven worden. Niets zo vervelend als een verhaal
met bordkartonnen personages, of niet soms?
Een
serieus motief, voor eender welk hoofdpersonage, is verlangen. Hij of zij moet
iets willen. Wát hij of zij wil, doet er niet toe; hoé het te bereiken, de weg
naar het uiteindelijke doel, is veel belangrijker. Vanaf het moment dat er
krachten zijn die dat tegenwerken, heb je een verhaal. De ene wil oorlog, de
andere vrede. De ene wil vrijen, de andere pingpongen. Jack wil Anya, Anya wil
John, John wil een hond, de hond wil een bot. Botsende belangen, egoïstische
spelletjes, allemaal lekkers voor de smeuïge verbeeldingskracht van de
snoodaard die zich auteur noemt. Ja, jij dus, plottenbakker.
Over
karaktertekening zoals idioom en houding werd eerder al iets gezegd, maar wat
moet je ermee als je het onzalige idee krijgt de dood, de wind, een vogel of
een steen tot hoofdpersoon te bombarderen? Dit fenomeen wordt personificatie
genoemd. Je dicht dus levenloze dingen of abstracte begrippen menselijke
eigenschappen toe. Je komt het wel eens tegen in fantasy, waar een magisch
zwaard zelf bepaalt wie zijn meester wordt. In Animal Farm van Orwell wordt de ganse veestapel van een boerderij gepersonifieerd.
Of je hoofdpersoon nu een sumoworstelaar of een knikker is; zorg ervoor dat de
lezer zich ermee kan identificeren. Inleving met het hoofdkarakter is een
grondvoorwaarde om spanning in je verhaal te brengen. Heb je daar lak aan en
zal het je worst wezen dat de lezer zich vereenzelvigt met je hoofdfiguur, dan
heb je een antiheld geschapen.
Uiteraard
is er een reden waarom je net dat personage hebt gekozen die de eer heeft je
verhaal te dragen. Met andere woorden: de arme drommel zal het niet voor de
wind gaan. Hij heeft een trauma te verwerken, hij moet dingen rechtzetten, hij
is het slachtoffer van een persoonsverwisseling of hij kampt met een
tandvleesontsteking en je held lijdt aan een ernstige vorm van odontofobie
(tandartsfobie). Of wat als je hoofdpersoon een straatsteen is met pleinvrees?
Nu,
wees wel een beetje zuinig met het toevoegen van complexen aan je hoofdpersoon,
of zelfs je antagonist. Als je een concertpianist opvoert die blokkeert omdat
hij de overstap van gedrukte naar digitale partituren niet kan verwerken, heb
je wellicht een interessant uitgangspunt. Als je dezelfde arme man ook nog eens
opzadelt met jicht, toenemende blind- en doofheid, een vechtscheiding, een
alcoholprobleem en een hazenlip kun je misschien beter een carrièreswitch
overwegen tot reisbegeleider in een rampgebied, ik zeg maar iets.